-
1 escrimer
-
2 s'escrimer sur qc.
-
3 gratter
gratter [graatee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af-, om-, weg)krabben4 inhalen♦voorbeelden:♦voorbeelden:1. v2) zwoegen3) kraken4) krabben5) omwroeten6) kriebelen7) inhalen2. se gratterv -
4 nègre
nègre [negr],négresse [neegres]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 〈 pejoratief〉nikker, negerin2 negerslaaf, -slavin♦voorbeelden:nègre marron • bosnegerfaire comme le nègre • doorgaan met werkentravailler comme un nègre • zwoegen als een paard→ motionpetit nègre • gebroken Fransparler petit nègre • koeterwalen————————(tête de) nègrem (f - nègresse)1) nikker/negerin2) negerslaaf/-slavin
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский